Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [24]hij kuste al zijn broederen, en hij weende over [25]hen; en [26]daarna spraken zijn broeders met hem. 24. Zie boven, hfdst.29 vs.11, en hfdst.31 vs.28. 25. Dat is, terwijl hij hun aan den hals lag, en hen kuste. 26. Ziende Jozefs oprechte en hartelijke beweging, zo grijpen zij nu moed, en beginnen wat vrijer met Jozef te spreken.